Werkvormen om de leerstof te verwerken of verwerven
Je kan er niet van uitgaan dat leerstof die je aan leerlingen aangereikt hebt meteen duurzaam verankerd is. Daarvoor moet die leerstof eerst verwerkt worden. Dat wil zeggen dat leerlingen theorie koppelen aan voorbeelden, oefening maken waarin ze theorie toepassen, of ook zelfstandig dingen creëren waarin ze theorie samenbrengen of toepassen. Er zijn oneindig veel verwerkingsactiviteiten. Hieronder focussen we op enkele van de meest courante manieren om verwerkingsactiviteiten te organiseren.

Individueel inoefenen
De meest gebruikte manier om leerlingen leerstof te laten verwerken is individueel oefeningen maken. Dat is niet in alle vakken even gebruikelijk. Toch is het voor alle vormen van cognitieve en lichamelijke ontwikkeling nodig om leerlingen tijd te geven om te verwerken. Oefeningen kunnen kort en eenvoudig gehouden worden. Ze kunnen ook uitgroeien tot hele oefeningenbundels waarin je verschillende leerdoelen laat verwerken en uitwerken tot een eindresultaat.
Aandachtspunten:
- Wees helder in je verwachtingen: maak je leerlingen duidelijk wat je juist van hen verlangt. Hoeveel tijd hebben ze? Wat moet er binnen die tijd gebeurd zijn?
- Spoor je leerlingen aan hun opgave grondig te lezen. Je kan ervoor kiezen om de opdracht eerst mondeling toe te lichten.
- Zorg voor voldoende hulpmiddelen: zorg dat je leerlingen weten wat ze moeten doen als ze vastlopen. Maak hen zelfstandig door ze eerst zichzelf te leren helpen voor ze jou er bij roepen.
- Stimuleer het zelfinzicht van je leerlingen door hen aan te moedigen hun werk na te lezen of te vergelijken met dat van anderen. Ook het werken met verbetersleutels kan daartoe bijdragen.
Klik hier voor meer varianten van individueel inoefenen .
In dit artikel van Klasse lees je hoe onderwijsonderzoekers Tim Surma en Kristel Vanhoyweghen uitleg geven bij 6 leerstrategieën die effectief zijn en die je bij alle leeftijden kan inzetten.
Combineer woord en beeld
Leraar Li's test voor Klasse werkvormen uit die voor haar nieuw zijn. Hier zie en lees je hoe ze leerlingen laat tekenen tijdens de les om de theorie te verwerken.
Laat leerlingen tekenen tijdens de les

Wil je meer weten over effectief inoefenen, lees dan in het boek 'Wijze lessen' onder volgende bouwstenen:
Bouwsteen 5. Laat leerstof actief verwerken
Bouwsteen 7. Ondersteun bij moeilijke opdrachten
Bouwsteen 9. Spreid oefening met leerstof in de tijd
Coöperatieve werkvormen
Coöperatieve werkvormen zijn net als een hefboom. Als je een hefboom goed gebruikt, kun je met weinig moeite een zware last tillen. Zo is het ook met coöperatieve leerstrategieën: als je ze goed gebruikt, kun je met weinig moeite de onderwijsresultaten radicaal verbeteren. Coöperatief leren is één van de meest uitvoerig onderzochte onderwijskundige vernieuwing ooit. Heel wat onderzoekers zoals John Hattie, Robert Marzano en Spencer Kagan toonden het effect aan van coöperatieve werkvormen.
- Ze creëren betrokkenheid zowel bij leerlingen als leraar.
- Ze hebben een positieve invloed op persoonlijkheidsontwikkeling, sociale en emotionele ontwikkeling en het gevoel van eigenwaarde.
- Ze brengen een veilig klimaat in de groep en in de school. Ze zorgen voor betere etnische verhoudingen.
- Leraar en leerlingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het leerproces en ervaren de lessen als plezierig en afwisselend.
- Ze stimuleren leren en hebben bijgevolg een positief effect op leerprestaties in alle leerjaren en vakgebieden (waaronder ook lichamelijke opvoeding).
- Ze ontwikkelen denkvaardigheden.
- Ze verkleinen de prestatiekloof en zorgen ook voor verbeterde leerresultaten van leerlingen met speciale behoeften.
- Ze verminderen disciplineproblemen.
Er bestaan tientallen coöperatieve werkvormen. Al deze werkvormen hebben gemeenschappelijk met elkaar dat leerlingen leren van en met elkaar. De kunst bestaat erin de juiste coöperatieve werkvorm in te zetten voor het juiste doel op het juiste moment.
Enkele van de meest gebruikte coöperatieve werkvormen zijn 'check in duo's', 'de placemat-methode', 'werken met expertgroepen'.
Ben je op zoek naar nog meer inspiratie? Lees dan dit artikel in Klasse.

Check in duo's
Stap 1 Individuele uitvoering van de opdracht
Stap 2 Leerlingen vergelijken hun eigen antwoorden met die van een andere leerling. Bij onderlinge verschillenden wordt gezocht naar het juiste antwoord.
(Stap 3 Leerlingen vergelijken hun antwoord met dat van een ander duo.)
Stap 4 De leerkracht bespreekt enkel de vragen waar geen overeenstemming is.
Nog op zoek naar een origineel idee?
Opbouw van de leerstof zien met een structuurcross.

Coöperatief leren is iets anders dan samenwerken of groepswerk. Bij 'normaal' groepswerk zie je vaak dat enkele teamleden de kar trekken en de rest achterover leunt. Dit bevordert de leerprestaties juist niet. Daarom bedacht dr. Spencer Kagan een aantal coöperatieve werkvormen, waarin de basisprincipes van goed coöperatief leren ingebouwd zijn: elke leerling doet mee en ieder groepslid is aan te spreken op het eindresultaat. In zijn boek vind je 59 van deze coöperatieve werkvormen.
Wil je meer weten over de coöperatieve leerstrategieën van Kagan? klik hier.
Hoekenwerk - standenwerk
De term hoekenwerk maakt duidelijk hoe deze werkvorm praktisch verloopt: je klas wordt (ook visueel) opgedeeld in verschillende hoeken of standen. Op elke plek leren leerlingen een andere vaardigheid of ontdekken ze een ander inzicht. De leerlingen kiezen voor een hoek, of doorlopen de hoeken in een carrousel-systeem. Ideaal om de typische traditionele klassituatie te doorbreken. In functie van de beginsituatie van je klas kan je ook kiezen voor uitbreiding- of remediëringshoeken die niet alle leerlingen moeten doorlopen. Zorg in elk geval dat alle leerlingen goed weten wat er van hen verwacht wordt.
Je kan ervoor kiezen om de leerlingen in de verschillende hoeken individueel of in groep te laten werken of een combinatie van beiden. In slim differentiëren lees je meer over de verschillende varianten van hoekenwerk:
Smets, W.. (2017), Slim differentiëren. Praktijkboek binnenklasdifferentiatie voor leerkrachten, Antwerpen: De Boeck.
Lees in onderstaand document meer tips over praktische organisatie van hoekenwerk.


Contractwerk
Contractwerk is een organisatievorm waarbij voor de individuele leerling een activiteitenpakket voor een bepaalde periode formeel (op papier) wordt vastgelegd. Voor de afwerking van het pakket krijgt de leerling een bepaald deel van de klastijd (contractwerktijd) ter beschikking, waarbij de leerling relatief zelfstandig over de duur én de volgorde van de verschillende activiteiten kan beslissen.
Het contract bestaat meestal uit verplichte opdrachten en keuzeopdrachten. Men spreekt wel eens van "moetjes" en "magjes". De "moetjes" zijn taken die moeten uitgevoerd worden. "Magjes" zijn taken die mogen uitgevoerd worden. De opdrachten kunnen voor iedereen dezelfde zijn, maar door hierin te variëren kan je makkelijk differentiëren.
In 'slim differentiëren' lees je meer over contractwerk en hoe je het kan inzetten in de klas:
Smets, W.. (2017), Slim differentiëren. Praktijkboek binnenklasdifferentiatie voor leerkrachten, Antwerpen: De Boeck.
Spelvorm - wedstrijd
Inoefenen hoeft niet altijd ernstig te gebeuren. Door speelse werkvormen te hanteren bied je leerlingen een leuke èn leerrijke ervaring aan. Dat is in sommige vakken vanzelfsprekender dan in andere vakken. Voor LO spreekt het voor zich dat je leerlingen een wedstrijd laat spelen wanneer ze een bepaalde techniek of sport hebben geleerd. Bij PAV zijn allerlei spelvormen zoals domino, 'wie is het' of ganzenbord heel gebruikelijk. Met wat creativiteit kunnen deze spelvormen ook in andere vakken zinvol ingezet worden. Het vraagt vaak veel werk om je leerdoelen op een leerrijke manier in een spel te verwerken, maar de beloning nadien is dubbel.
LET OP: De functie van een spel of wedstrijd kan zowel verwerkend als vastzettend zijn. Kijk ook eens op de pagina vastzetten.