Werkvormen om de les op te starten

De beginsituatie in kaart brengen

Het is belangrijk om na te gaan wat de leerlingen al weten/kunnen of wat ze nog weten/kunnen van de vorige les. Nieuwe leerstof beklijft immers beter als je ze kan aanhangen aan informatie die reeds in het lange termijn geheugen aanwezig is. Je kan het vergelijken met mentale kapstokken waar nieuwe leerstof aan wordt vastgehaakt.

Zowel kennis als vaardigheden  worden in het lange termijn geheugen opgeslagen. Tijdens je les werk je echter met het werkgeheugen van je leerlingen. Je hebt daarom werkvormen nodig om voorkennis (of vaardigheden) vanuit dat lange termijn geheugen te activeren.

Lees meer over  advanced organizers in het boek 'Wijze lessen' onder bouwsteen 1 Activeer relevante voorkennis.

Klik hier als je je verder wil verdiepen in de kunst van goede vragen stellen.

Klik hier als je je wil verdiepen in formatieve evaluatie.

Brainstormtechnieken

Een brainstorm kan op elk moment gebruikt worden, maar is ideaal als inleiding of bij het aansnijden van een nieuw thema.  Elke leerling krijgt de gelegenheid om reacties, ideeën, oplossingen in verband met het onderwerp of de vraag te noemen, maar niemand mag eindeloos uitweiden. Een verslaggever noteert de reacties met kernwoorden. Belangrijk op dit moment is dat je geen waardeoordeel geeft over de geopperde ideeën totdat alle ideeën zijn opgesomd. 
Bewaar de notities van je brainstorm of neem  een foto met je smartphone van het resultaat als je er later op wil terugkomen. 


Om een brainstorming goed te laten verlopen is het wenselijk dat de groep niet te groot is. Bij grotere groepen kan een variant worden gebruikt: 'brainstorm met spion'. Hierbij wordt de groep  verdeeld in kleine groepjes. Elk groepje verzamelt ideeën die worden opgeschreven en nadien bijeen gebracht worden in de grote groep. Als de brainstorm verslapt, kan een  spion aangeduid worden. De spion mag een kijkje gaan nemen bij 2 andere groepjes en nieuwe info inbrengen in het eigen groepje.

Woord en beeld

 Dit geldt niet enkel voor de opstart van je les. In elke fase van je les is het belangrijk woord en beeld te combineren. Verbale en visuele informatie wordt volgens twee afzonderlijke maar gelijktijdig werkende processen in het werkgeheugen verwerkt en daarna in het lange termijn geheugen geïntegreerd. Informatie die zowel via woorden als beelden wordt gepresenteerd, wordt bijgevolg gemakkelijker opgeslagen. 

Vooraf bestudeer je het visueel materiaal dat je wil gebruiken en vraag je je af 

  • of je  voldoende visueel materiaal hebt voorzien zonder je leerlingen te overladen.
  • of het materiaal correct en actueel is,
  • of het niet te veel achtergronddetails bevat die voor verwarring kunnen zorgen, 
  • of het  de leerstof ondersteunt en de aandacht van de leerlingen naar de essentie leidt,
  • hoe het gebruik ervan bijdraagt tot het realiseren van je lesdoelen.

Tijdens de les  

  • geef je een introductie met relevante informatie: aard van de afbeelding/film/materiaal, correcte referentie, toelichting bij het thema, enzovoort...  
  • vestig je de aandacht van de leerlingen op cruciale elementen. Waarop moeten ze letten? 
  • maak je bij de bespreking  van het visueel materiaal een link met je lesdoelen.

Afbeeldingen

Het gaat hier niet enkel over een afbeelding of een foto, ook over een tijdlijn, tabel, diagram,  doorsnede,  pictogram, schema, kaart in de atlas...



Tastbare voorwerpen

Werken met tastbare voorbeelden maakt het onderwijs levendiger en aantrekkelijker. Bovendien verhoogt het de motivatie en de betrokkenheid van je leerlingen indien ze materiaal kunnen vastnemen, voelen , betasten.


Lees meer hierover in het boek 'Wijze lessen onder bouwsteen 4: Combineer woord en beeld. 

Opwarmen 

Er zijn nog andere manieren om je leerlingen 'op te warmen' in de richting van je lesdoelen. 

Een artikel uit krant, tijdschrift of website

Een ideale manier om de actualiteit in de klas te brengen. Controleer of de inhoud correct en actueel is. Overweeg of het talig niveau van de tekst geschikt is voor je leerlingen, voorzie taalsteun voor leerlingen die dit nodig hebben.  

Geluidsfragment

Voorbeelden: een toespraak, een lied, een interview... Geef net als bij een filmfragment een intro en richt de aandacht van je leerlingen.  Een uitgeschreven versie van de tekst kan een hulpmiddel zijn. 

©2020 KdG Educatieve Bachelor Secundair onderwijs Ontwerp door  Wouter Smets, Mieke Keunen en Julie Willems
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin